Braziliaanse president staat gunstig tegenover Esperanto

 

De president van Brazilië, Lula da Silva, heeft opdracht gegeven aan Cláudio Soares Rocha, directeur Historische Documentatie, aan de voorzitter van de Universala  Esperanto Asocio UEA (de Wereldwijde Esperantovereniging) zijn vurige wens uit te drukken, dat het Esperanto ooit aanvaard wordt als communicatietaal.

 

Deze wens kwam als antwoord op de brief van de voorzitter van UEA, gericht aan de top van de BRIC-landen Brazilië, Rusland, India en China, die plaatsvond op 16 juni in Jekaterinenburg om overleg te plegen over de wereldwijde economische crisis, en ondermeer over het lanceren van een nieuw valutasysteem. Over dit nieuwe valutasysteem kwamen de presidenten van de BRIC-landen niet tot een overeenstemming.

 

Dr. Probal Dasgupta, voorzitter van UEA, had in zijn brief aan de vermelde staatspresidenten voorgesteld, dat de vier "beloftevolle landen voor de toekomst" zouden werken, niet alleen om een einde te stellen aan de privilegies op gebied van valuta, maar ook aan die op taalgebied. Het internationale gebruik van het Engels versterkt - volgens Probal Dasgupta -  de positie van enkele geprivilegieerde landen.

 

In naam van de Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva dankte Cláudio Soares Rocha, directeur Historische Documentatie, Dasgupta om zijn bezorgdheid voor gelijkheid in internationale betrekkingen en drukte hij zijn waardering uit voor de inspanningen, die de Esperantisten wereldwijd opbrengen voor het steeds verder verspreiden van het Esperanto.

 

Hij schreef ondermeer: "Wij hopen ten zeerste dat Esperanto inderdaad ooit aanvaard wordt door de meerderheid van de volkeren als een taal die geschikt is voor communicatie zonder taalprivileges. [...] wij zijn het eens over de waarde van de taal, die verbreid wordt door uw vereniging. [...] Wij weten dat er in de geschiedenis van het mensdom talen waren die zich opgedrongen hebben als gevolg van de politieke hegemonie, zoals het Latijn, of in zekere mate het Frans en later het Engels. Wij wensen inderdaad ten zeerste, dat het Esperanto op een dag moge aanvaard worden door de meerderheid van de naties als een taal, aangenomen voor het vergemakkelijken van communicatie zonder taalvoorrechten.

 

De steun van Brazilië zal zeker vertaald worden naar praktische acties in de volgende maanden in de UNO en bij UNESCO. De Wereldvereniging van Esperantosprekers streeft er naar, dat de gunstige resoluties, die reeds door de Algemene Conferentie van UNESCO werden uitgesproken,  veel concreter zouden worden, dat het onderwijzen van het Esperanto deel zou uitmaken van de verplichtingen van de lidstaten, in verband met het nu gelanceerde Decennium van de Talen. De Esperantosprekers zien daarin een wezenlijk instrument om rechtvaardigheid te verzekeren op het gebied van internationale communicatie en taalrechten, www.linguistic-rights.org  .

 

Voor uw informatievolgt hier de volledige tekst van de brief, die verschenen is als Persmededeling van UEA: http://www.uea.org/dokumentoj/komunikoj/gk.php?no=337

 

Aan Probal Dasgupta,

Voorzitter van Universala Esperanto-Asocio

 

President Luiz Inácio Lula da Silva gelastte ons, uw aan hem geadresseerde brief van 20 januari 2009 te beantwoorden om te danken voor uw zorg voor gelijkheid in de internationale betrekkingen, zowel wat het financiële als het taalkundige aspect betreft.

 

Wij zouden u onze waardering willen uitdrukken voor de poging, die Esperantosprekers wereldwijd ondernemen met als doel de steeds ruimere verspreiding van het Esperanto, taal geschapen door dr. Lazaro Zamenhof als bijdrage tot onderlinge verstandhouding en wederzijds begrip onder de mensen.

 

Wij weten dat er in de geschiedenis van het mensdom talen waren, die zich opgedrongen hebben als gevolg van de politieke hegemonie, zoals het Latijn, of in zekere mate het Frans en later het Engels. We wensen ten zeerste dat op een dag het Esperanto inderdaad zal kunnen aangenomen worden door de meerderheid van de naties als een taal voor  het vergemakkelijken  van de communicatie zonder taalvoorrechten.

 

We zijn er zeker van de Universala Esperanto-Asocio verder stappen zal zetten bij de Verenigde Naties om geleidelijk de rol van het Esperanto als internationale taal belangrijker te maken. Bijgevolg vinden we het niet nodig over de zaak te overleggen, aangezien we het eens zijn over de waarde van de taal, die verbreid wordt door uw vereniging.

 

Hoogachtend,

 

Cláudio Soares Rocha

 Directeur Historische Documentatie